Selecteer een pagina

Shana’s Mischa fan Ûnder de mûne

  • Vader: Guus of Bo Kama
  • Moeder: Shana fan Ûnder de mûne
  • Geboren: 06-09-1998
  • Fokker: W. Kalis Mijer
  • Kennel: fan Ûnder de mûne
  • Schofthoogte: 68
  • Gewicht: 41 kg
  • Staart: knikje in de punt 
  • Stamboom: Click

Over Mischa

Nu we onze weekendjes met Quito niet meer hadden en ik ondertussen parttime was gaan werken passeerde het idee zelf een hond aan te schaffen steeds  vaker de revue. Na een tweetal inbraken in ons huis in Soest, was de kogel door de kerk en de zoektocht naar een Rhodesian Ridgeback pup begon.

Om wel beslagen ten ijs te komen bezochten we een hondenshow om eens meerdere Quito’s ineens te bekijken. Buiten hem hadden we  namelijk nog nooit een andere pronkrug ontmoet.

Er waren in die tijd niet zo veel fokkers en de wachtlijsten waren lang. Men adviseerde ons als aspirant kopers zonder eigen honden ervaring om voor een teefje te gaan en drukte ons op het hart ons te realiseren dat ridgebacks eigenlijk geen beginners honden waren. Hoewel we beiden opgegroeid zijn met honden hadden we van het opvoeden van een eigen pup nog geen kaas gegeten. Wat betreft de mogelijke haken en ogen waren we na ons jaar met Quito wel wel soort van gewaarschuwd, maar we namen de adviezen uiteraard ter harte.

We namen contact op met de RRCN en lieten ons inschrijven op de wachtlijst voor een teefje. En zo begon het lange wachten… Ongeveer een half jaar later kregen we een telefoontje dat er in het Friesche Stiens een nestje met 11 puppies lag, 5 reutjes en 6 teefjes. Wanneer we geen bezwaar hadden tegen een teefje met een schoonheidsfoutje, zouden we daar eens kunnen gaan kijken. Wij hadden geen enkel bezwaar, gingen kijken, kwamen door de selectieve keuring als potentiële Ridgeback eigenaren en keerden een paar weken later terug met het reutje waar Lieven meteen een klik mee had. Shana’s Mischa fan ûnder de mûne”. Geboren op 6. September 1998. 

Die arme Mischa werd, op aanraden van ons boekje over het opvoeden van je pup, meteen de eerste nacht zonder pardon in een bench gestopt, en gillend in de huiskamer achtergelaten. Na twee gebroken nachten had het arme dier in de smiezen dat huilen geen enkele zin had. Vanaf die tijd bleef het nachts stil en zocht hij troost bij zijn puppendeken, knuffel en warme kruikje. Ik ben ontzettend veel van zijn puppentijd vergeten maar ik weet nog wel dat ik me jaren later pas realiseerde dat Mischa een hele makkelijke pup was. Geloof dat hij me 1 paar sloffen heeft gekost maar dat was het dan ook wel, en aangezien ik me niet herinner dat zijn zindelijkheidstraining nu veel voeten in aarde heeft gehad zal ook dat wel zijn meegevallen. 

In die tijd werd was de ouderwetse Martin Gaus opvoeding populair en iedere zichzelf respecterende hondenschool hing dat principe aan. Zo werden we verplicht om bij aankomst op de cursus een slipketting mee te brengen dan wel ter plaatse aan te schaffen. Bizar eigenlijk dat je daar in meegaat maar al die hond-vriendelijke methodes waaruit we vandaag de dag kunnen kiezen, waren er toen gewoon nog niet. Wat overigens niet wil zeggen dat Mischa met een harde hand werd opgevoed hoor. Maar de vrijheden die onze huidige honden hebben heeft hij nooit gekend. Zo mocht hij niet op bank, niet op bed en kreeg hij niets van tafel. Die laatste regel had ik er graag ingehouden trouwens, maar die strijd heb ik inmiddels, bij ridgeback 2, 3, 4 en 5, glansrijk verloren…

Mischa was een echte hondenhond. Hij wou met alle honden spelen en liefst de hele dag. Ook met Quito kon hij het geweldig goed vinden. Wat een genot om naar te kijken, die twee glanzende bruine lijven die door de hei en over de duinen achter elkaar aan raceten. Een en al gratie en souplesse.

Onbevangen en onbevooroordeeld als we waren liep hij tijdens boswandelingen en in de Soesterduinen altijd los. Nooit zocht hij problemen, en hoewel hij enig jachtinstinct had, beperkte zich dat tot wat halfhartig najagen.  Als hij in het bos al uit zicht verdween was hij al terug voordat je je zorgen kon maken. Voor het wild nog steeds niet fijn, dat snappen wij inmiddels ook, maar Mies had geen kwaad in zin. 

Op een dag vond hij een jong konijntje dat na een korte achtervolging van angst in elkaar dook en doodstil bleef zitten. Onze grote vriendelijke reus kon niet zoveel met deze reactie. Met zijn neus stootte hij het diertje zachtjes aan, “kom op joh, rennen dan? zo is er niets meer aan”.

Hij was de perfecte hond, onze Mischa. Hij sloopte niets en wanneer je eten op tafel liet staan bleef hij er keurig van af. Het enige dat hij wel eens deed was de vuilnisbak in de bijkeuken plunderen. Hij had maar één hele grote makke, maar die was door niemand te voorzien dan wel te voorkomen geweest… hij heeft ons veel te vroeg verlaten. 🙁 

Toen hij bijna vier en half jaar oud was, sloeg het noodlot toe…  Als fanatiek motorrijders hadden we besloten dat het leuk zou zijn om een weekje een circuittraining te gaan volgen. Terwijl wij zeven dagen lang met de motoren op een Frans circuit aan het spelen waren, paste mijn moeder op huis en haard. Mies was voor het eerst in zijn leven zonder ons. Hij kon niet mee omdat honden niet waren/zijn toegestaan op het rennerskwartier. Mams had indertijd een whippet teefje en alsof de duvel ermee speelde werd die tijdens onze afwezigheid loops. Mischa at amper en liep de hele dag achter mijn moeder haar teefje aan.

Bij thuiskomst was hij dan ook zichtbaar afgevallen. Ook de dag nadien wou hij niet eten. We schreven het toe aan liefdesverdriet en nasleep van de stress van onze afwezigheid. Maar de daaropvolgende dag zag ik ineens ticks wanneer hij lag te slapen en kort daarna vertoonde hij van het ene op het andere moment acute uitdrogingsverschijnselen. Ik belde een vriendin, dierenarts, en vertelde het verhaal. Ze was vrij maar kwam langs om hem te bekijken. Bij het aftasten van zijn buik voelde ze een bobbel in zijn buik, nadat ze me er op wees voelde ik hem ook. Dus meteen op naar de kliniek waar ze werkte voor verder onderzoek.

Uit zijn bloedbeeld bleek al dat het niet pluis was, en op de röntgenfoto’s was een massa te zien. Balletje opgegeten? Dennenappel? Ik achtte het onwaarschijnlijk, Mies speelde nooit met dat soort dingen en at ook nooit dingen die duidelijk niet voor dat doel bedoeld waren.

De chirurg werd gebeld en de OK klaargemaakt. Ik was nog altijd vol vertrouwen, er zit iets wat er niet hoort, dat halen we er ut en dan is het klaar. Toch? “Ga maar slapen lieverd, het is goed, alles komt goed.” Ik hoor het mezelf nog zeggen, en ik geloofde de leugen, kon niet anders, wou niet anders…

Ik zag hoe ze elkaar aan keken boven Mies, op zijn rug op de operatie tafel, en toen pas drong het tot me door dat het verschrikkelijk mis was. Ik vluchtte de OK uit, amper buiten kwam Vanessa achter me aan. Het was mis, goed mis. Er zat een tumor in zijn milt, die hadden ze er al met milt en al uit gehaald, maar de uitzaaiingen zaten overal, met het blote oog zichtbaar. Ik stond voor de keuze, hem dicht laten naaien, bij laten komen en op zware pijnstilling zetten zodat we afscheid konden nemen, of hem nu laten gaan. 

Ik koos voor het laatste. 

Het was april 2003, Mischa was nog geen 4,5 jaar oud.